vrijdag 13 februari 2015

Verwerkingsopdracht bij 'Het huis van de moskee''

Het huis van de moskee

Auteur: Kader Abdolah
Uitgever De Geus, november 2005 (1e druk)
De druk die ik heb gelezen is de 13e druk.

Het genre van dit boek is een psychologische roman, omdat er veel wordt ingegaan op de psychologische aspecten van de personages, ook wordt er aandacht besteed aan de situatie in Iran. De schrijver heeft veel van zijn eigen levenservaringen in zijn boek gestopt.

Samenvatting

In de Iraanse provincieplaats Senedjan staat 'het huis van de moskee', een acht eeuwen oud huis met 35 kamers, vastgebouwd aan de moskee. Het wordt bewoond door Aga Djan en zijn omvangrijke familie. Aga Djan, een gefortuneerde tapijthandelaar, is niet alleen de heer des huizes, maar ook hoofd van de moskee en van de bazaar, het economisch centrum van het stadje. Religieus, politiek en economisch is hij een van de invloedrijkste en meest gerespecteerde inwoners van Senedjan. 

Het huis staat voor zinvolle traditie, oude cultuur en milde religie. Daarvoor zorgen naast Aga Djan zijn twee neven Moázen en Alsaberi. De blinde Moázen (echte naam: Aga Shodja) - zo genoemd naar zijn functie: hij is omroeper van de moskee ('moázen') - is een fijnzinnige pottenbakker, Alsaberi een zeer gematigde imam. Ook de vrouwen van Aga Djan en Alsaberi leveren hun bijdrage aan het in stand houden van de tradities. Fagri Sadat, de vrouw van Aga Djan, weet bijvoorbeeld tijdens de vogeltrek op een vernuftige manier vogels te vangen. De bijzondere kleurnuances van hun veren moeten dienen als voorbeeld bij het knopen van nieuwe tapijten. En Zinat, de vrouw van imam Alsaberi, in het huis overigens weinig op de voorgrond tredend, kan wondermooi de oude Perzische verhalen vertellen. Eenmaal per week luisteren alle aanwezige bewoners ademloos toe.

En tenslotte is er ruimte voor de ‘grootmoeders’ Golbanoe en Golebeh. Ze zijn niet verwant aan Aga Djan (in tegenstelling tot de andere bewoners), maar zijn op jonge leeftijd door diens vader ingehuurd als bedienden en wonen er al meer dan zestig jaar. 
Maar de tijden veranderen en de tradities komen onder druk te staan. De sjah, trouw bondgenoot van Amerika, en zijn jonge modieuze echtgenote Farah Diba proberen vanuit Teheran het land naar Westers model te moderniseren. Westerse kleding, radio, tv en bioscoop rukken op. Dat laat ook 'het huis van de moskee' niet onberoerd. Daar was Nosrat, een broer van Aga Djan, altijd al een buitenbeentje. Hij wilde namelijk carrière maken als fotograaf en filmproducent. Zijn jonge achterneef Shahbal, zoon van Moázen, bewonderde hem om zijn breuk met de islam en zijn vrije opvattingen over de omgang met vrouwen. 
Toch was de veertienjarige Shahbal al vroeg de vertrouweling en beoogde opvolger van Aga Djan. Toen in 1969 de Amerikanen hun landing op de maan aankondigden, wist hij een bres te schieten in de hechte tradities van het huis. Van Aga Djan wist hij gedaan te krijgen dat hij in het diepste geheim een tv-toestelletje mocht binnenbrengen. Gedrieën keken Aga Djan, Shahbal en imam Alsaberi naar het mirakel van de maanlanding. Shahbals overtuiging dat de oudere generatie moest weten wat er in de wereld te koop was, had gezegevierd. 
Maar de tegenkrachten zijn sterk. Als de milde, apolitieke imam Alsaberi op een tragische manier omkomt, moet volgens plan zijn zoon Ahmad hem opvolgen. Die heeft echter de imamopleiding in Qom nog niet voltooid. Er moet dus een 'invalimam' komen. Dat wordt de in Qom afgestudeerde Galgal. Het is een bijzondere figuur: jong en knap, maar ook afstandelijk en arrogant, en fel anti de sjah. Hij was, na lang aarzelen van haar kant, met Sediq getrouwd, de dochter van zijn verongelukte voorganger. Samen waren ze naar Qom verhuisd, maar niemand wist waar ze woonden. Na de dood van Alsaberi keren ze beiden terug naar het huis van de moskee.
Galgal houdt zich aanvankelijk rustig. Hij is een briljant spreker en wint het vertrouwen van Aga Djan en de moskeegangers. Maar als in Senedjan een bioscoop komt die door Farah Diba geopend zal worden, zweept hij tijdens het avondgebed de gelovigen op om de bioscoop te bestormen. Leger en politie weten het nog net te verhinderen. Aga Djan is woedend op hem maar helpt hem nog wel om aan arrestatie te ontkomen en te vluchten naar Qom. Met smart kijkt Aga Djan uit naar het afstuderen van Ahmad.
Sediq volgt haar man, maar keert na enige tijd terug naar het huis van de moskee. Galgal was weggegaan en na lange tijd nog niet teruggekomen. Hij heeft Sediq zwanger achtergelaten. Wanneer ze bevalt, blijkt het kind een afwijking aan zijn rug te hebben, waardoor hij niet rechtop kan lopen en rondkruipt als een dier. Iedereen noemt hem Hagedis (zijn echte naam is Sejjed Mohammad). Maar Hagedis lijdt geen lang leven: hij verdrinkt in de hooz (een soort vijver). Ditzelfde was overigens vroeger ook al gebeurd met een zoon van Zinat Ganoem. 
Nadat Galgal gevlucht is, komt er een invalimam uit Djirja naar de moskee. Zinat Ganoem voelt zich tot hem aangetrokken en dit gevoel is wederzijds. Ze hebben seks in de moskee en zelfs een keer in de grafkelders. Hoewel de imam getrouwd is, is het wel toegestaan volgens de sharia. Deze zegt namelijk dat als een gelovige man zich een tijdje ver van zijn vrouw bevindt, hij een vrouw als siegé (een vrouw naast zijn wettige echtgenote, maar deze vrouw erft niks) mag hebben. Toch weten ze allebei dat als Aga Djan achter hun relatie komt, de imam zonder pardon wordt weggestuurd. En dit is ook wat er gebeurt. 
De grootmoeders droomden van een reis naar Mekka. Maar aangezien ze het geld niet hadden, hoopten ze dat de legende waar was. Deze legende vertelde namelijk dat als je twintig jaar lang vóór zonsopgang het voetpad had geveegd, zonder dat iemand je zag of iemand ervanaf wist, de profeet Gezr op de laatste dag aan je zou verschijnen en zou zorgen dat je naar Mekka kon. Hoewel de grootmoeders hun tweede ronde (van twintig jaar) al bijna hadden voltooid, was Gezr nog niet aan hun verschenen. Wanneer Aga Djan achter hun wens komt, verzorgt hij hun reis naar Mekka, op een manier dat het lijkt alsof de legende waar is. Golbanoe en Golebeh blijven tot hun dood in Mekka. 
Shahbal gaat in Teheran studeren en raakt betrokken bij het linkse verzet tegen de sjah. Dat dictatoriale bewind wordt van twee kanten ondermijnd: door het op Moskou georiënteerde verzet én door de radicale imams in Qom. Voorlopig weet de sjah nog van geen wijken. Een massademonstratie bij de Amerikaanse ambassade in Teheran wordt door het leger in bloed gesmoord. Shahbal ontkomt, Nosrat filmt het bloedbad. Khomeini, een van de fanatiekste ayatollahs in Qom, is verbannen. Hij is uitgeweken naar Irak, waar Galgal zich bij hem aansluit. Ook Zinat en Sediq kiezen partij voor de fundamentalisten. De verdeeldheid in 'het huis van de moskee' wordt verwarrend groot. Aga Djan verliest de controle. 
Zodra Ahmad afgestudeerd is, wordt hij door Aga Djan benoemd tot imam van de moskee. Maar Aga Djans hooggespannen verwachtingen van hem komen niet uit. Ahmad raakt verslaafd aan opium en vrouwen. Alle coaching van Aga Djan - hij laat Ahmad onder andere trouwen met een achttienjarig meisje - helpt niets. Ahmad loopt in een val van de geheime politie: hij wordt gefotografeerd in een opiumkit met ongesluierde vrouwen. Het maakt hem in hoge mate chantabel. Om geheimhouding te verkrijgen belooft hij als informant van de geheime politie op te treden. 
Het bewind van de sjah wankelt. Khomeini vliegt vanuit Irak naar Parijs en kondigt daar aan dat hij in Iran een Islamitische Revolutie zal gaan leiden. In het linkse verzet ontstaat een scheuring: een deel, waaronder Shahbal, steunt Khomeini om zo de sjah te verdrijven; een ander deel verwacht niets van Khomeini. Als kort daarna de sjah vlucht en Khomeini in Iran arriveert om de macht over te nemen, staan Shahbal en Nosrat op het vliegveld. Maar Shahbal heeft op het verkeerde paard gewed. 
Zodra Khomeini in het zadel zit, is de repressie genadeloos. In razend tempo voltrekt zich de 'ontmodernisering'. Bioscopen worden verwoest of dichtgetimmerd. Zinat krijgt de leiding van een zedencomité dat vrouwen oppakt die nog Westers gekleed gaan. Galgal is Khomeini's vertrouweling en wordt door hem benoemd tot 'rechter van Allah'. In feite krijgt hij daarmee een blanco volmacht. Die gebruikt hij om talloze zogenaamde aanhangers van de sjah zonder vorm van proces te executeren. Ahmad komt er met een gevangenisstraf en een publieke vernedering nog genadig van af. Maar Djawad, de enige zoon van Aga Djan, wordt doodgeschoten. Samen met Shahbal onderneemt Aga Djan een nachtelijke zoektocht om ergens een plek te vinden waar hij zijn 'ongelovige' zoon mag begraven. Het blijkt vrijwel onmogelijk: pas in het derde dorp is er uiteindelijk iemand die hem helpen wil. 
Na de sjah-aanhang is het linkse verzet aan de beurt om uitgeroeid te worden. Shahbal sluit zich aan bij de 'moedjahedien' die zich gewapend tegen Khomeini keren. Hij moet permanent onderduiken en ontkomt telkens aan arrestatie, hoewel hij actief betrokken is bij het liquideren van radicale ayatollahs. 
Intussen speelt Nosrat een heel aparte rol in de kring rond Khomeini. Op een handige manier weet hij diens interesse te wekken voor de Perzische film. Zo hoopt Nosrat onder het nieuwe bewind succes te kunnen boeken als filmmaker. Hij krijgt een vertrouwenspositie maar gaat in de fout als hij op verzoek van CNN in het geheim opnamen maakt van het privéleven van Khomeini en diens vrouw. Zijn contact met CNN lekt uit: exit Nosrat. 
Jaren gaan voorbij. De massale executies zijn achter de rug. De oorlog tussen Irak en Iran is afgelopen. De dementerende Khomeini heeft de macht overgedragen aan een gematigder bestuur. Na Khomeini's dood zijn z'n radicaalste aanhangers begrijpelijkerwijs beducht voor wraakoefeningen. Zinat wordt vermoord gevonden aan de oever van een zoutmeer. Galgal vlucht naar Afghanistan om zich aan te sluiten bij de Taliban. Maar door informatie die het linkse verzet vanuit Moskou krijgt, weet Shahbal zijn verblijfplaats in Kabul te achterhalen. Hij gaat erheen, schiet hem dood en wijkt dan zelf uit naar het buitenland. 
In die rustige(r) periode gaat Aga Djan met Fagri Sadat in zijn oude Fordje nog een keer naar Djirja, het dorp van zijn voorgeslacht. Daar ontmoet hij kasteelheer Hoeshan, die destijds het lijk van Djawad van hem heeft overgenomen om het te begraven. Nu kan hij Aga Djan het graf laten zien: een idyllisch plekje onder bloesemende bomen. Het is een illustratie van Hoeshans ideaal om de hele dorre vallei bij Djirja te herscheppen in een hof van Eden. 
Terug in Senedjan ontvangt Aga Djan een brief van Shahbal, geschreven in het Perzisch, verstuurd vanuit Nederland. 'Ik heb ons huis verlaten, maar ik heb het nooit de rug toegekeerd', schrijft hij (blz. 408). 'Ik heb mijn schrijftaal veranderd, maar ik heb altijd getracht om de poëtische geest van onze mooie oude taal een plek te geven in mijn verhalen' (blz. 409). 



Keuzeopdracht: Autobiografisch of niet?

Ten eerste wil ik zeggen dat ik voor deze keuzeopdracht heb gekozen omdat dit goed aansluit met dit boek. Het is namelijk inderdaad soms niet duidelijk of dit een autobiografisch boek is of niet.

Kader Abdolah is zelf in Iran opgegroeid, hij is in 1988 pas naar Nederland verhuisd. Het is in mijn ogen bijzonder knap om als Iranees een Nederlandse schrijver te worden, maar dit terzijde.
Het is niet zo dat het verhaal dat 'Het huis van de moskee' verteld, direct komt uit het leven van Abdolah, maar ik denk dat we wel mogen aannemen dat hij geïnspireerd is door zijn eigen leven, Een groot deel van zijn leven heeft hij namelijk nog in Irak doorgebracht.
In het boek gaat het natuurlijk om het verhaal van Aga Djan, maar ook de (inter)nationale conflicten van Iran spelen een grote rol in het boek. Deze gebeurtenissen kunnen zeker met inspiratie van zijn eigen leven bedacht zijn, hoewel we dit natuurlijk nooit zeker kunnen weten. Er wordt ook veel verteld over omstandigheden in Iran, hoe de regering reageert op bepaalde gebeurtenissen, over de Taliban enzovoort. Je krijgt door het boek heen een beeld van Irak, en ik denk dat dit beeld, dat de lezer creëert, grotendeels overeenkomt met het beeld van Kader Abdolah zelf. Dit beeld van Irak is misschien wel de belangrijkste les die je uit zijn boeken kan halen (niet alleen dit boek gaat over Iran). En dit beeld dat je uit zijn boeken haalt, zal zeker voortkomen uit zijn eigen beleving.

Of dit boek nu een autobiografie is? Tja, het is niet een eigen levensverhaal, maar Abdolah heeft ongemerkt toch heel wat elementen uit zijn eigen ervaringen in dit boek verwerkt, dus in dat opzicht kan het eventueel autobiografische elementen bevatten. Een echte autobiografie is het echter niet.






2 opmerkingen:

  1. Hoi Daan,

    Je hebt er wel werk van gemaakt. Eerst een uitgebreide samenvatting en vervolgens een analyse naar autobiografische elementen in dit boek. Heel leuk dat je een keuze opdracht hebt gekozen die bij het boek past. Je trekt netjes een conclusie en legt aan de hand van het leven van de schrijver uit hoe je daar gekomen bent, goed.

    Sjoerd

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Daan,

    De eerste opdrachten heb je goed gemaakt. De samenvatting is erg uitgebreid en duidelijk. Ik vind ook dat je de keuzeopdracht goed hebt uitgewerkt. Je vertelt eerst waarom je de opdracht hebt gekozen, dan geef je verschillende aspecten van het boek, en daaruit trek je dan een conclusie.

    Erik

    BeantwoordenVerwijderen