woensdag 16 december 2015

Willem Elsschot - Kaas (Samenvatting)

Samenvatting

Kaas opent met een inleiding over stijl. De auter maakt duidelijk dat hij literatuur als een kunstvorm ziet die te vergelijken is met bijvoorbeeld muziek.
Frans Laarmans is een doodgewone man van vijftig jaar. Hij heeft een vrouw en twee kinderen en een vaste aanstelling bij de General Marine and Shipbuilding Company. Zijn leven is eigenlijk prima zoals het is, al is het weinig spannend of opzienbarend. Binnen zijn familie is Frans een beetje een buitenbeentje. Hij is een nakomeling, zijn broer is arts (en dus 'belangrijk') en aan het sterfbed van zijn moeder wordt wel duidelijk dat hij niet de favoriet in de familie is.
Op de begrafenis van zijn moeder ontmoet Frans meneer Van Schoonbeke; een rijke man op leeftijd die wekelijkse bijeenkomsten organiseert die worden bezocht door andere rijke 'hotemetoten'. Van Schoonbeke nodigt Frans uit om ook langs te komen en zo geschiedt. Frans voelt zich echter weinig op zijn plaats omdat hij maar gewoon een klerk is en zich niet kan meten met de rest van het gezelschap. Daar lijkt echter verandering in te komen wanneer Van Schoonbeke hem in contact brengt met een kaasleverancier uit Nederland die een Vlaamse ondernemer zoekt om in België volvette Edammers te verkopen. Laarmans is meteen enthousiast en handelt overmoedig. Hij neemt de uitdaging aan en wil meteen zijn oude baan opzeggen maar wordt daarbij geremd door zijn vrouw die voorstelt eerst maar eens te zien of die onderneming met de kazen wel gaat lopen zoals Frans hoopt. Er wordt besloten om met hulp van de broer van Frans een zenuwziekte voor te wenden zodat Frans met verlof kan. Zo houdt hij wel zijn oude baan aan maar heeft hij ook de vrijheid om aan zijn kaashandel te beginnen. De broer van Frans schrijft als arts een verklaring van zijn ziekte en Frans kan zijn gang gaan.

Wat het verhaal lastig maakt, is dat Frans totaal geen ervaring heeft in de handel en dat hij bovendien geen enkele affiniteit heeft met het product dat hij wil afzetten. Toch is hij enthousiast. Frans heeft meteen grootse plannen om een kantoor in te richten met een duur bureau, speciaal ontworpen briefpapier en een telefoonlijn en terwijl hij daarmee bezig is, wordt er meer kaas gratis weggegeven dan dat er verkocht wordt. Omdat Frans zelf niet zo goed weet hoe hij al die kazen moet gaan verkopen, stelt hij een advertentie op waarin hij vraagt om agenten door het land (en het Groot-Hertogdom Luxemburg) die onder hem willen werken. Er komen enorm veel brieven maar er zitten maar weinig serieuze gegadigden tussen. Uiteindelijk stelt hij wel een aantal mensen aan, maar ook daar komt maar weinig van terecht. Frans doet zelf ook nog een poging om wat kazen aan een winkel te slijten, maar zijn ondernemingen zijn vruchteloos. Ten slotte komt hij tot het inzicht dat het ook eigenlijk een vreemde opwelling van hem geweest is en probeert hij zich met zo min mogelijk gezichtsverlies terug te trekken. Hij schrijft de Nederlandse leverancier dat hij van de onderneming afziet en hij timmert de kaaskisten in zijn kelder weer dicht. Wanneer hij terugkeert op zijn oude werk waardeert hij zijn werkplek en zijn collega's ineens veel meer dan hij ooit gedaan had en ook zijn gezin ziet hij in een nieuw licht. Frans is nog steeds aanwezig bij de bijeenkomsten van meneer Van Schoonbeke die belooft hem hetzelfde te zullen blijven behandelen al is hij weer 'gewoon' een klerk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten